Agrarische bedrijfsvoering en biodiversiteit : kansrijke gebieden, samenhang met bedrijfstypen, perspectieven
2013
Melman, T.C.P. | Ozinga, W.A. | Schotman, A.G.M. | Sierdsema, H. | Schrijver, R.A.M. | Migchels, G. | Vogelzang, T.A.
Dutch; Flemish. Een beknopt overzicht wordt gegeven van de geschiedenis van het agrarisch natuurbeheer, gericht op de lessen die we ervan kunnen leren. Met landsdekkende bestanden (Floron, Sovon Nederland) is een analyse uitgevoerd naar de spreiding van vanuit het oogpunt van natuurbehoud relevante planten- en vogelsoorten waarvoor agrarisch natuurbeheer van betekenis zou kunnen zijn. Als criterium voor ‘voor natuurbehoud relevant’ is gehanteerd >15% doelrealisatie voor planten (per km2) en >30% doelrealisatie van vogels (per 250 m grid), gerelateerd aan de natuurdoelentypologie van Bal et al. (2001, 2004). Bepaald is welk deel van de cellen binnen de EHS, in de randzone van de EHS en buiten de EHS voorkomt. Voor enkele weidevogelsoorten is bepaald hoe de huidige populaties over de verschillende beheercategorieën zijn verdeeld. Daarnaast is een analyse uitgevoerd naar de relatie tussen vanuit natuuroogpunt waardevolle cellen en de daar voorkomende agrarische bedrijven (m.b.v. het GIAB-bestand met info over type, grootte, intensiteit enz.). Ten slotte is een overzicht opgesteld van de mogelijkheden die innovatie biedt voor het beter inpassen van natuur binnen het agrarische bedrijf.
Show more [+] Less [-]AGROVOC Keywords
Bibliographic information
This bibliographic record has been provided by Wageningen University & Research