Biologische bestrijding van trips in vruchtgroenten onder glas
2006
Ramakers, P.M.J. | Wensveen, van, W.
In de vruchtgroenteteelten wordt trips biologisch bestreden via de inzet van bladbewonende roofmijten (van de familie Phytoseiidae). Sinds de opmars van de bloembezoekende trips Frankliniella occidentalis worden in sommige gewassen daarnaast ook bloemwantsen (roofwantsen van de familie Anthocoridae) ingezet. Paprika- en auberginetelers slagen er in deze rovers langdurig, bijna jaarrond, in stand te houden. In de komkommerteelt is biologische bestrijding minder populair. Roofmijten worden wel algemeen ingezet in de winterplanting, maar in de voorjaars- en herfstplantingen wordt meestal de voorkeur gegeven aan chemische bestrijding. De argumenten hiervoor zijn: • door de korte teeltduur bij 2 en zeker bij 3 plantingen is het rendement van biologische bestrijding lager • in de zomer is de infectiedruk van trips te hoog om met roofmijten te kunnen opvangen • men wil in elk geval de stamvruchten beschermen tegen trips (kromme vruchten, “varkensstaartjes”) en zet daartoe in de eerste weken na herplanting standaard insecticiden in; als men bovendien het oude gewas met breedwerkende insecticiden behandelt als voorbereiding op de nieuwe teelt, wordt het resterende “venster” voor biologische bestrijding wel erg klein • in de zomer moet ook tegen andere belagers (meeldauw, katoenluis, kaswittevlieg) vaker worden ingegrepen Biologische tripsbestrijding concentreert zich dus op de eerste teelt (planting december), en zelfs daar wordt “bezuinigd”. Slechts weinig telers voeren de geadviseerde herhaalde introducties consequent uit vanwege de daarmee gepaard gaande kosten.
Показать больше [+] Меньше [-]Ключевые слова АГРОВОК
Библиографическая информация
Эту запись предоставил Wageningen University & Research